Dienaressen van het Heilig Sacrament

Pater Eymard is naast stichter van de Congregatie van het Heilig Sacrament ook stichter van de Dienaressen van het Heilig Sacrament. Beide takken delen hetzelfde charisma. Marguerite Guillot (4 december 1815 7 juli 1885) is medestichteres van de Dienaressen en eerste overste.

Pater Eymard had al snel het verlangen om naast de mannelijke tak van de Congregatie ook een vrouwelijke tak te stichten. In Lyon had hij kennisgemaakt met Marguerite Guillot. Zij was voor hem de aangewezen persoon om deze vrouwelijke tak te leiden in Parijs.

Marguerite Guillot, werkzaam als naaister samen met haar zussen in een goed lopend strijkbedrijf in Lyon, reageerde echter in eerste instantie niet enthousiast op pater Eymards verzoek. Lyon verlaten voor Parijs viel haar zwaar en bovendien vond zij dat zij niet voor het kloosterleven was bestemd. Echter, pater Eymard was volhardend. Marguerite zag het licht en kreeg de zegen mee van de pastoor van Ars. Zo geschiedde het dat Marguerite samen met haar zuster Claudine en een vriendin, Benoît Richerd, 25 mei 1858 naar Parijs vertrekt. Daar heeft pater Eymard zijn intrek genomen in een huis met kapel in een Parijse krottenwijk, in de Rue de Faubourg Saint-Jacques. Hij trekt zich daar het lot aan van de armen, met name van de opgroeiende jeugd. Hij verschaft hen kleding, voedsel en geeft catechese. Al snel doet een aantal jongens hun Eerste Communie. Marguerite en de dames betrekken het huis aan de andere kant van de kapel. Zij gaan zorgen voor de jonge meisjes in deze arme wijk. Alles draait om de Eerste Communie, in dienst staan van de armen en de Aanbidding.

Daarnaast start ook het noviciaat voor de vrouwen die willen intreden tot deze Congregatie. Op 26 juli 1859 onderricht pater Eymard over het doel van de Dienaressen van het Heilig Sacrament: “Het Heilig Sacrament moet het middelpunt van uw leven zijn, … U moet vanuit de Eucharistie leven … dat deze als het ware uw habijt wordt…”. Op 31 juli 1859 leggen de eerste ‘Dienaressen’ hun privégeloften af. Zij dragen nog geen habijt, de Congregatie had toen nog geen kerkrechtelijke status. Op 15 augustus 1859 overhandigt pater Eymard aan iedere zuster de regel van Dienaressen van het Heilig Sacrament (de regel was nog niet officieel goedgekeurd).

Op 23 mei 1863 verhuizen Marguerite en een aantal zusters van Parijs naar Angers om een tweede communiteit op te oprichten. De Aanbidding staat centraal. Daar verleent op 26 mei 1864 Mgr. Angebault de communiteit een kerkrechtelijke status door haar in te stellen als Congregatie volgens het diocesaan recht. Pater Eymard blijft de geestelijke vader als stichter, maar hij is niet meer haar overste. Moeder Marguerite krijgt meer gezag van de bisschop van Angers. Voor de eerste maal dragen de zusters hun witte habijt, een kleur die pater Eymard in overeenstemming acht met de liturgische kleur van de Heilige Eucharistie. De Congregatie van de Dienaressen van het Heilig Sacrament is geboren. Hiermee is het organisatorische werk rond de instellingen voor de mannelijke en vrouwelijke religieuzen alsook voor de leken, de associés, (1859) een feit.

Moeder Marguerite krijgt na de dood van pater Eymard de verantwoordelijkheid voor de vorming en de bezieling van de nog steeds groeiende gemeenschap van Angers. Zij past de door pater Eymard geschreven ‘constituties’ aan en presenteert deze aan Rome. Zij ontvangt in 1875 goedkeuring voor tien jaar en op 8 mei 1885 de definitieve goedkeuring van de Heilige Stoel.

De Dienaressen willen leven vanuit dezelfde geest van liefde als die van Jezus in de Eucharistie. Zichzelf geven zoals Jezus zich gaf. Zij vieren de Eucharistie, bidden de getijdengebeden en aanbidden Jezus. Zij zetten zich in voor de armen. Zij streven ernaar om centra van Aanbidding te vormen, om samen met alle broeders en zusters dichter bij de Heer te komen en geestelijk te groeien.

Vanuit Parijs, in de rue Cortambert, verspreidden de Dienaressen zich naar het buitenland: België, Canada, Brazilië, Verenigde Staten, Australië, Italië, Filippijnen, Vietnam, Nederland (Kerkrade en Enschede).

Kort na de definitieve goedkeuring in 1885, sterft Marguerite Guillot, zwak van gezondheid, op 7 juli 1885. Zij was ervan overtuigd dat zij niet zou sterven voordat de regel definitief was goedgekeurd. “Nunc dimittis. Laat nu, Heer, uw dienares in vrede heengaan…”