Op 22 mei 2022 wordt Pauline Jaricot in Lyon zalig verklaard. Zij was een van de eerste personen met wie pater Eymard in contact kwam in Lyon, kort na zijn intrede bij de Maristen in 1839.

Wie was Pauline Jaricot en wat weten we van de contacten tussen haar en pater Eymard? En welk wonder wordt aan Pauline Jaricot toegeschreven om haar zalig te verklaren?

 “Ik ben gemaakt om lief te hebben en te dienen.”

 – Pauline Jaricot

Enkele data:

1799: Geboortejaar
1816: Bekering van Pauline
1819: Plan om geld in te zamelen voor de Missie
1822: Officiële stichtingsdatum van het Oeuvre de la Propagation de la Foi
1826: Stichting van de Rosaire vivant
1832: Koop van “Maison de Lorette” op de heuvel van Fourvière
1845: Begin van het Oeuvre des ouvriers in Rustrel in de Vaucluse
1852: Faillissement van de fabriek de Rustrel
1862, 9 januari: Dood van Pauline, begraven op de begraafplaats van Loyasse in een familiegraf.

Jeugd: Weelde en bekering

Pauline Jaricot werd op 22 juli 1799 in Lyon geboren als jongste in een gezin van zeven kinderen. Haar ouders, Antoine Jaricot en Jeanne Lattier waren overtuigde christenen en parochianen van de parochie St. Nizier in Lyon. Pauline groeide op in weelde. Haar vader was een welgestelde handelaar in Chinese zijde.

Als zij 10 jaar is, gaat zij naar een meisjespensionaat. Daar leert zij de verlokkingen van het leven kennen. Zij houdt van luxe en elegante kleding. Ze is bijzonder elegant, en luistert met genoegen naar vlijerijen. Toch is zij niet gelukkig, maar er komt een ommekeer in haar leven: in de parochiekerk St. Nizier in Lyon hoort zij in de Vastentijd in 1816 de kapelaan preken over de gevaren en de illusies van de wereldse ijdelheid. Deze woorden raken haar; zij herkent zichzelf in de preek. Zij gaat biechten bij de kapelaan. Vanaf dat moment is zij een andere Pauline. Haar kleding wordt eenvoudig. Ze raakt helemaal verbonden met de persoon van Jezus. Vol overgave wijdt ze haar dagelijkse leven aan gebed en boete. Zij legt in de Kerstnacht van 1816 haar belofte af van kuisheid en toewijding aan God in de Kapel van Fourvière. Zij kiest steeds meer voor een leven van dienstbaarheid voor de naasten. Zij gaat zieken verzorgen in het Hôtel-Dieu, en het Woord van Christus verspreiden daar waar het niet bekend is. Om haar heen vormt zich een groep vrome meisjes, arbeidsters of huispersoneel die haar verlangen delen eerherstel te bieden aan het Heilig Hart van Jezus. 

Missie en de Sociëteit voor de Voortplanting van het Geloof

Haar broer Philéas, twee jaar ouder dan Pauline en missionaris in Vietnam, wekte in haar de liefde voor de Missie. In 1819 krijgt zij de ingeving een liefdewerk op te zetten ter ondersteuning van de Missie in het buitenland. Zij begon aalmoezen in te zamelen. De medewerksters van de zijdefabriek wist ze zo ver te krijgen dat elk één centime per week doneerde. Mede door haar steun leidde dat in 1822 tot de oprichting van de Sociëteit voor de Voortplanting/Verbreiding van het Geloof, vooral bedoeld om de aandacht voor de missies over de hele wereld te verbreiden. Het werk van de geloofsverbreiding breidde zich snel uit in Frankrijk en vervolgens in de hele wereld. In Nederland en België bestaat zij onder de naam Missio. Dat de waarde van het initiatief van Pauline Jaricot door de Kerk is erkend, blijkt uit de betekenis van de Pauselijke Missiewerken waarin het Propagation de la Foi is opgegaan.

Het jaar 2022 is bijzonder voor Missio Pauselijke Missiewerken, want er zijn twee jubilea te vieren: het 200-jarig bestaan van Missio en haar 100-jarig predicaat ‘pauselijk’. Daarnaast is er nog het jubileum van de Congregatie Propaganda Fide die op 6 januari 1622 door paus Gregorius XV is opgericht. De Pauselijke Missiewerken ressorteren onder deze congregatie, die inmiddels de naam draagt Congregatie voor de Evangelisatie van de Volken.

Levende Rozenkrans

Tussen 1822 en 1826 is Pauline door ziekte gedwongen zich in de stilte terug te trekken. In die tijd van rust krijgt zij opnieuw ingevingen die haar ertoe aanzetten iets nieuws te beginnen. Ze wil graag de devotie verbreiden tot de heilige Rozenkrans, waaraan ze zo gehecht is. Zij heeft vastgesteld dat maar weinig mensen tijd genoeg hebben om de rozenkrans in zijn geheel te bidden. In 1826 stichtte zij het Genootschap van de leden van de Levende Rozenkrans. De vijftien tientjes waaruit een volledige rozenkrans bestaat, werden verdeeld over vijftien leden van het genootschap. Elk lid werd gevraagd dagelijks een tientje te bidden, zodat verspreid over de vijftien leden de hele rozenkrans werd gebeden.

Illustratie van een groep van de Levende rozenkrans: 15 harten = 15 tientjes/geheimen = 15 geassocieerde leden van wie de namen in de harten geschreven staan.

Maison de Lorette, ontmoetingsplaats, devotie tot de H. Philomena

 In 1832 koopt Pauline een huis dat op de helling van de heuvel ligt die leidt naar de kapel van Onze Lieve Vrouw van Fourvière (het Mariaheiligdom van Lyon). Zij noemt deze residentie “La Lorette”. Het wordt de zetel van de Levende Rozenkrans. 

In 1834 is Pauline ernstig ziek en wel zozeer dat zij de ziekenzalving ontvangt. Ondertussen geniet zij enige tijd geestelijke leiding van de pastoor van Ars. Deze is een groot vereerder van de pas ontdekte catacombeheilige Philomena van Rome, een 14-jarig meisje dat de marteldood stierf onder keizer Diocletianus (3e eeuw). Met de hoop op genezing onderneemt Pauline een bedevaart naar Mugnano (Italië), waar Philomena’s relieken waren ondergebracht. Uitgerekend op de feestdag van de heilige, 10 augustus 1835, blijkt Pauline volkomen genezen, en ze wordt bij de paus ontvangen. Terug in Lyon richt zij in de tuin van Huize Lorette een kapel in ter ere van de H. Philomena.

In en rond de kapel komen vele kerkelijke initiatiefnemers van die tijd samen om elkaar te bemoedigen, te inspireren en om met elkaar te bidden. Mensen als pater Eymard, Jean-Marie Vianney (pastoor van Ars), de heilige Thérèse Couderc (stichteres Zusters van het Cenakel), de heilige Claudine Thévenet (stichteres van een congregatie die verlaten kinderen opvangt), abbé Antoine Chevrier (stichter Prado-priesterarbeiders) en nog vele anderen komen bij haar in huis. Gedurende dertig jaar is het een plaats van onthaal en vorming voor verscheidene religieuze initiatieven. Pauline raakte geïnspireerd en bemoedigd door deze mensen, en deze mensen door Pauline. Zij voorziet velen van hen ook van benodigd kapitaal voor hun initiatieven. 

Haar droom van de ‘christelijke fabriek’

Reeds lang heeft Pauline onder de arbeiders de noden waargenomen die het gevolg zijn van de industriële revolutie. De situatie van de arbeiders is bijzonder tragisch: ze verdienen een bespottelijk salaris voor zestien uur werk per dag en ze wonen in krotten. Na gebed en advies besluit Pauline in 1841 haar vermogen te gebruiken voor het oprichten van een bedrijf waar werk en beloning in evenwicht zijn, de sociale omstandigheden goed, en waar de christelijke rechtvaardigheid, solidariteit en het respect voor mensen zal zegevieren. Twee geldschieters stellen haar voor de fabriek St. Anne d’Apt te kopen voor de verwerking en handel van ertsen. Er zou een christelijke wijk gebouwd worden met woongelegenheid voor de arbeiders. Deze geldschieters blijken echter schurken en na drie jaar is de fabriek failliet. Om de goede weldoeners te vergoeden laat ze een weg door haar domein aanleggen die de afstand naar de kapel van Fourvière korter maakt. Tegen een kleine vergoeding kan men de toegang tot deze weg huren om haar schuldeisers te vergoeden. 

De stad begint een proces tegen haar wegens winstbejag. Ze verliest dit en komt in de armoede terecht zodat ze zich in 1853 moet wenden tot de dienst van Welzijnszorg van haar parochie, die haar inschrijft bij de hulpbehoevenden. Ze wil het geld dat zij van talrijke armen had gekregen voor de fabriek aan hen teruggeven en besluit te gaan bedelen. In grote armoede overlijdt zij in 1862. Pauline is begraven in de kerk St. Nizier in Lyon. 

Contacten met Pater Eymard

Celebrant La Lorette

Op weg van zijn klooster naar het noviciaat ‘La Favorite’ kwam pater Eymard dikwijls langs in de residentie ‘La Lorette’ van Pauline om er voor te gaan in de Eucharistie en steun te verlenen aan de twee werken waar Pauline zich voor inzette. Hij verbleef in Lyon van 1839 tot 1841 en van 1845 tot 1853. 

Onderdak voor zus van Marguerite Guillot

In 1851 zoekt Marguerite Guillot naar een verblijfplaats voor haar jongste zuster Jenny, die last ondervindt van de geïndustrialiseerde stad Lyon en voor haar gezondheid nood heeft aan een landelijke omgeving. Zij deelt dit mede aan pater Eymard einde december 1850. Na enkele afwijzingen wendt pater Eymard zich tot Pauline Jaricot. Zij ontvangt Jenny met open armen en vraagt slechts een bescheiden prijs. Op 18 februari schrijft pater Eymard aan Marguerite Guillot: “Ik ben bij mevrouw Jaricot geweest en heb een overeenkomst afgesloten voor 150 frank, overal elders was het duurder.” Deze gastvrijheid was des te groter daar Pauline op dat ogenblik zelf in moeilijkheden verkeerde.

De heilige Philomena

De H. Philomena heeft ook bij Pater Eymard een plaats in zijn leven. Pauline Jaricot had een kapel gewijd aan de H. Philomena. Zij had van Italiaanse religieuzen in Mugnano relikwiëen van de heilige gekregen nadat zij hen in Lyon onderdak had geboden. Zij heeft de pastoor van Ars een relikwie van Philomena bezorgd; hij heeft in zijn kerk een altaar voor haar opgericht. Pater Eymard schreef aan de Dienaressen: “Als juffrouw Jaricot vroeg mij te preken was het mij een genoegen en een geluk te spreken over de H. Philomena. Ikzelf ben veel verschuldigd aan deze heilige. Vijf jaar geleden was ik erg ziek en men bracht mij naar Ars. De pastoor zei mij een noveen te doen tot de H. Philomena, en dat ik niet onmiddellijk ter plaatse zou genezen, maar wel als ik terug was. Morgen is het feest van de heilige; ge hebt ook een relikwie van haar, ge moet haar uitstellen voor het volk om haar te vereren en veel bidden tot deze grote heilige.” Pater Eymard schrijft niet dat ze deze relikwie van hem hadden gekregen, maar de tekst sluit het zeker niet uit. In elk geval is het sedert zijn contact met Pauline Jaricot dat de devotie van pater Eymard voor Philomena een blijvend aspect in zijn leven is.

Geestelijk leidsman

Ten tijde van de drukke ontmoetingen in Huize Loretto had Pauline naast de pastoor van Ars pater Eymard als geestelijk leidsman. 

Hulp voor Pauline

Pater Eymard was op de hoogte van de deplorabele situatie van Pauline na haar faillissement. Hij schreef op 27 mei 1846 naar zijn zuster Marianne in La Mure:”Ge zoudt het geld dat bij Mr. Raymond uitstaat kunnen plaatsen en het stuk land verkopen dat u zoveel last bezorgt en niets opbrengt ten voordele van de onderneming St. Anne in Lyon”.

Bemoediging 

In 1849 schrijft pater Eymard een brief ter bemoediging aan Pauline: “Moge Onze Heer de kracht zijn en de beloning zoals Hij het enige doel is geweest van uw edelmoedige offers. Ik zou mij gelukkig achten u te kunnen getuigen hoe zeer ik deel in uw toestand”. Deze ervaring zal zeker een stimulans zijn geweest bij de inzet van pater Eymard voor de armen en jongeren tien jaar later in de buurt van zijn huis in Chateaubriand in Parijs. Meer dan woorden getuigen de daden van de verbondenheid en steun.

Pauline, zij groeide op in weelde. Toch zal zij haar rijkdom en haar talenten inzetten voor het geloof en de solidariteit met de armsten. Zij was een ondernemende vrouw, die veel heeft betekend voor de katholieke kerk in zijn geheel, maar bijzonder ook voor de plaatselijke kerk van Lyon. Zij heeft in haar leven de levensweg van velen gekruist en ook voor hen veel betekend. Een sterke vrouw met ondernemingszin in dienst van het geloof en de Kerk. Pater Eymard heeft Pauline meerdere malen gesteund en zal daar ook door getekend zijn geweest.

Zaligverklaring: het wonder van Mayline

Het proces voor de zaligverklaring van Pauline Jaricot ging in 1926 van start. Jaricot werd in 1963 door paus Johannes XXIII ‘Eerwaardig’ verklaard, de eerste stap op de weg naar de zaligverklaring. Voor de zaligverklaring is een wonder vereist dat wordt toegeschreven aan Jaricot. Dat wonder geschiedt bijna vijftig jaar later. 

In het jaar 2012, het jubileumjaar van Pauline Jaricot (bij de 150e herdenking van haar dood), verloor de driejarige Mayline Tran het bewustzijn door verstikking bij het eten. Het kind, dat na die verstikking en een hartstilstand van twintig minuten in zeer slechte toestand in het ziekenhuis werd opgenomen, werd als verloren beschouwd. Ondanks de stopzetting van de behandeling door de arts, weigerde de familie de kunstmatige voeding te stoppen. Er werd een noveen gebeden om de voorspraak van Pauline Jaricot. Kort daarna werd het meisje wakker, maar met een zeer verslechterde hersentoestand, wat leidde tot een prognose van een hopeloze vegetatieve toestand. Tegen alle verwachtingen in genas ze echter geheel. 

Een diocesaan onderzoek naar die genezing startte bij de kerkelijke rechtbank van het aartsbisdom Lyon op 20 juli 2018. Dit proces liep tot 28 februari 2019. Daarna werden de akten gedeponeerd bij de Congregatie voor de Heiligverklaringen. Het dossier werd doorgestuurd naar de medische commissie, die de onverklaarbare aard van de genezing bevestigde. Op 26 mei 2020 erkende paus Franciscus de authentieke genezing toegeschreven aan de voorspraak van Pauline Jaricot. Op 4 oktober 2021 kondigden de secretaris-generaal van de Pauselijke Missie Werken en het Aartsbisdom Lyon aan dat Pauline Jaricot op 22 mei 2022 zalig wordt verklaard tijdens een Eucharistieviering opgedragen door kardinaal Luis Antonio Tagle in de Eurexpo in Lyon.

https://fr.aleteia.org/2020/05/29/la-guerison-de-mayline-le-miracle-qui-a-permis-la-beatification-de-pauline-jaricot/

(Bronnen: Pater Wim van Meijgaarden sss, pater Omer Termote sss, Aleteia, Wikipedia)

Thea van der Klei, associée s.s.s.